Europese Gemeenschap
De EU is ontstaan na de Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog moest er veel gebeuren in Europa. Daarbij was samenwerking tussen de landen noodzakelijk.
De EU komt voort uit uit verschillende samenwerkingsorganisaties. De eerste is de Economische Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Duitsland, Frankrijk en de Benelux-landen spraken af dat handel in kolen en staal tussen de landen vrij moest zijn.
In 1967 kwamen daar de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en de Euratom bij. De EEG was een gemeenschap waarbinnen handel tussen alle producten vrij was. De Euratom was een gemeenschap waarbinnen afspraken werden gemaakt over atoomenergie.
Omdat de landen die lid waren van de EEG ook lid waren van de EGKS en de Euratom, besloot men deze drie organen te fuseren. Zo ontstond de Europese Gemeenschap. Met de EG kwam er steeds meer samenwerking, meer dan alleen op het economische vlak. Zo besloot men dat iedereen binnen de EG vrij kon reizen in alle landen.
Omdat de samenwerking steeds groter werd, besloot men in 1993 de EG de Europese Unie (EU) te noemen. Naast een steeds grotere samenwerking zijn sinds 1958 ook steeds meer landen lid geworden van de gemeenschap. Dat kan je in de kaart hierboven zien.