Euro
De gechiedenis van de euro
De euro. Veel mensen hadden en hebben flink commentaar op de munteenheid. De beslissing tot de invoering van de euro is niet over een nacht ijs gegaan. De geschiedenis er achter is interessant.
Het symbool voor de euro bestaat uit een Griekse epsilon met een extra horizontaal streepje in het midden. Het eurosymbool werd op 12 december 1996 door de Europese Commissie gepresenteerd.
Geschiedenis
De geschiedenis van het Euro geld hangt samen met de geschiedenis van de Europese samenwerking. In de naoorlogse jaren wilden de Europese landen een volgende oorlog voorkomen. De zware industrie werd gezien als de basis voor vrede en economische voorspoed. In 1952 wordt de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht. De Benelux-landen, West-Duitsland, Frankrijk en Italië dragen hun soevereiniteit m.b.t. deze industrie over aan dit Europees orgaan.
In 1957 wordt de EEG (Europese Economische Gemeenschap) opgericht. De deelnemende landen streven naar één douane-unie, een gemeenschappelijk landbouwbeleid en een vrij grensverkeer van personen, kapitaal, diensten en vervoer.
Tien jaar later, 1967, werden deze twee eerste Europese organisaties (EGKS en EEG) samen met Euratom (een samenwerkingsverband op het gebied van kernenergie) samengevoegd tot de EG (Europese gemeenschap).
In 1979 wordt het EMS (Europese Monetaire Stelsel) opgericht, een eerste stap naar een economische en monetaire unie.
Na het verdrag van Maastricht (1991) werd de Europese Unie opgericht. Het aantal lidstaten is in 1995 inmiddels uitgegroeid naar vijftien landen.
In het verdrag van Maastricht in 1991 werden een aantal criteria opgesteld waar landen die mee wilden doen aan de EMU (Economische en Monetaire Unie) aan moesten voldoen. Die criteria waren:
- een lage rente,
- degelijke overheidsfinanciën en
- een stabiele wisselkoers ten opzichte van het gemiddelde van de andere landen.
Aan deze criteria bleken in 1998 11 landen te voldoen: België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal en Spanje. In 2000 werd ook Griekenland toegelaten tot de EMU en dus tot deelname aan de euro.
Sinds 1 januari is de girale euro geïntroduceerd en ook op de effectenbeurs wordt nu de euro gebruikt. Op deze dag wordt ook de vaste wisselkoers van de euro vastgesteld: Nederland 1 euro =2,20371 nlg ; België 1 euro = 40,3399 bef
Op 1 januari 2002 is de Euro in alle deelnemende landen het officiele betaalmiddel. De introductie van euromunten en –biljetten is een feit.
Het ontwerp van de euromunten
Er zijn acht euromunten: 1, 2, 5, 10, 20, 50 eurocent en 1 en 2 euro. Iedere munt heeft een gemeenschappelijke en een nationale zijde. De gemeenschappelijke is voor alle eurolanden hetzelfde. De nationale zijde verschilt per land. Luc Luycx van de Koninklijke Munt van België heeft de gemeenschappelijke zijde ontworpen. Deze zijde laat verschillende kaarten van Europa zien, omringd door de 12 sterren van de Europese Unie die symbool staan voor de eenheid van de EU. Op de nationale zijde van Nederland staat Koningin Beatrix afgebeeld, ontworpen door Bruno Ninaber van Eijben. Uniek voor Nederland is dat er op de rand van het 2 euro stuk God zij met staat. De overzichten van alle nationale en gemeenschappelijke zijden van de euromunten staan op de website van de Europese Centrale Bank.
Het ontwerp van de eurobankbiljetten
Er zijn zeven verschillende eurobankbiljetten (5 euro, 10 euro, 20 euro, 50 euro, 100 euro, 200 euro en 500 euro). Robert Kalina van de Nationale Bank van Oostenrijk heeft de biljetten ontworpen. Op de biljetten zijn ramen (vensters), poorten en bruggen uit de verschillende perioden van de Europese cultuurgeschiedenis afgebeeld: Klassieke Oudheid, Romaanse periode, Gotiek, Renaissance, Barok en Rococo, IJzer- en glasarchitectuur en Moderne 20e-eeuwse architectuur.
Het euro teken: €